Jongste dochter (meisje van 14 jaar) woont sinds een jaar bij haar oudere zus (30). Moeder en deze oudste dochter vragen ondersteuning bij pleegzorg. De behoefte bestaat uit kosten dekken en borging ontwikkeling van het 'pleegkind'.
De aanmelding heeft plaatsgevonden via verwijzing huisarts. Dat gebeurt bijna nooit, want wijkteams spelen meestal de rol van verwijzer.
Pleegzorgorganisatie vindt dat zij zeer coulant zijn geweest door de verwijzing van de huisarts te accepteren, maar vragen nu naar meer achtergrondinformatie. Die heeft betrekking op de gehele professionele en private context rond jongste dochter.
De toekenning van pleegzorg impliceert een pleegzorgbegeleider, die proces monitort en coördineert. Er is bij iedereen begrip dat protocollair niet wordt toegestaan 'alleen geld te vragen'. De toekenning impliceert ook dat het hele professionele 'systeem' rond jongste dochter maandelijks participeert in voortgangsoverleggen. Voor de school betekent dit een overmatige inspanning voor 1 kind. Voor moeder voelt het als wegnemen van regie, waaronder het niet kunnen beheren van privacygevoelige informatie. Onafhankelijk cliëntondersteuning voor moeder kan niet worden opgenomen in de planvorming. Oudste dochter ('pleegzus') vraagt wel om ondersteuning van pleegzorg.
Er dreigt een patstelling. Behoeftes, belangen en verplichtingen van alle 'actoren' liggen uiteen.
Hoe kunnen betrokkenen toch gezamenlijk tot afgestemde pleegzorg-overeenkomst komen?
Er is sprake van een balansrelatie tussen belangen, behoeftes en verplichtingen. Zodra de balans teveel doorslaat naar 1 kant, komt er geen pleegzorg voor dochter. Het is een kwestie van zoeken naar gradaties, i.p.v. stellen van harde eindposities. De voor dochter noodzakelijk pleegzorg krijgt kans wanneer partijen dat gezamenlijke perspectief hanteren: wij volwassenen laten je niet vallen. Betrokkenen spreken dit als principe met elkaar af. Wij noemen dit de start van gemeenschappelijke overeenstemming op individuele verantwoordelijkheid en commitment. Op basis daarvan wordt een procesplan door betrokkenen opgesteld. Verplichtingen voor toekenning, persoonlijke 'eisen', ed. worden tot onderwerp van afstemming gemaakt. Met de mate van intensiteit van pleegzorgbegeleiding, de mate van openheid/veiligheid van informatiecirculatie, de mate van concreetheid bij doelformuleringen, de mate van noodzakelijke overlegaanwezigheid kan variabel worden omgegaan. Zo komt er meer communicatieve zachtheid, die in de dialoog van planmaking leidend wordt. Besluitvorming met ieders commitment wordt hiermee ingeleid. Planuitvoering, het proces van pleegzorg en ontwikkelingsborging van het meisje krijgt zo fundament.
In casuïstiek waarin meerdere volwassenen verantwoordelijkheid nemen en dragen voor 1 kind is er sprake van interprofessioneel inclusief handelen én partnership met kind en ouder/verzorger. Omdat de veelal verkokerde professionele systeemwereld eisen stelt die niet vanzelfsprekend bijdragend zijn aan de ontwikkelingsborging, is nodig dat professionals:
Deze en andere dialogische vaardigheden voor professionals bieden wij aan in onze trainingen.
Hans Pollen & Maarten Rector